20 en 27 januari 2026
Thema 06. Adorno: een polemiserende filosoof
dr. Gerrit Steunebrink (Utrecht)
Th. W.(Wiesengrund) Adorno (1903-1969) deed zijn studies tussen de twee wereldoorlogen. Hij maakte toen de opkomst van de jazz in Europa mee, waarvan hij niet hield. Hij zag de eerste films. Hij waardeerde Chaplin zeer, niet de realistische film die voor hem een onkritisch, maatschappijbevestigend karakter had. Adorno maakte de opkomst van de grammofoonplaat mee, terwijl voor hem de muzikale ervaring in het concert eigenlijk de ervaring is. Muziek op de televisie? Waarom? Jammer genoeg kan het niet, maar amusementsmuziek zou verboden moeten worden, omdat het bewustzijn bedervend is. Adorno was zelf muzikaal begaafd. Hij kreeg zijn opleiding van Alban Berg, die met Anton Webern en de oervader Arnold Schönberg behoorde tot de Tweede Weense School. Hij verdedigde deze school tegen een concurrerende modernist: Strawinsky. Ook hier weer polemiek. Bach moet vervolgens eerder gemoderniseerd dan gehistoriseerd worden! Waarvoor staat muziek dan volgens Adorno? Muziek is de uitdrukking van de tocht van de ziel naar het absolute. Met name de absolute, puur instrumentele muziek, is een soort kunstreligie, muziek van het absolute dat niet in beeld gebracht kan en mag worden. Heel joods! Die tocht is met de maatschappij en maatschappijkritiek verbonden, ze drukt het verlangen uit naar transcendentie van het heden. Ze moet daarom absoluut modern zijn en kritisch.
Literatuur
Kleine selectie:
• Adorno, Theodor W., Philosophie der neuen Musik, Frankfurt: Suhrkamp, G.S. 12, 1975. Er is indertijd een Nederlandse vertaling verschenen bij de Sun: Filosofie van de nieuwe muziek.
• Adorno, Th.W., Nervenpunkte der Neuen Musik, (ausgewählt aus ‘Klangfiguren’), Hamburg: Rowohlt 1969.
• Adorno, Th.W., Einleitung in die Musiksoziologie, Hamburg: Rowohlt 1968.
• Adorno, Th. W., Dissonanzen, Musik in der verwalteten Welt, Göttingen: Vandenhoeck&Ruprecht 1972.
• Adorno, Th. W. ‘Zeitlose Mode: Zum Jazz’ en ‘Bach gegen seine Liebhaber verteidigt’, in: Prismen, Kulturkritik und Gesellschaft, Frankfurt:Suhrkamp 1969, pp. 144-162; 162-180.
Personalia
Gerrit Steunebrink doceerde godsdienst- en cultuurfilosofie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Hij publiceerde op het gebied van godsdienst, metafysica en esthetica bij Hegel, Kant, Jaspers, Adorno en Dilthey. Binnen zijn cultuurfilosofie heeft hij gepubliceerd over godsdienst, kunst en politiek in islam en christendom, Turkije en Europa. Nu is hij geassocieerd onderzoeker bij het Titus Brandsma Instituut aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.