10 en 17 december 2024
Thema 04. De ethiek van oorlog en vrede
prof. dr. mr. Lonneke Peperkamp (Breda, Nijmegen, Londen)
De theorie van de rechtvaardige oorlog kent een rijke geschiedenis. De historische wortels liggen in de werken van onder andere Plato, Cicero en Augustinus. De theorie ontwikkelde zich verder via bijvoorbeeld Thomas van Aquino, Francisco de Vitoria, Hugo de Groot, en meer recentelijk John Rawls en Michael Walzer tot een substantieel moreel raamwerk. De theorie is gebaseerd op verschillende theoretische grondslagen, waaronder elementen uit de politieke filosofie, consequentialisme en deontologie. Het is bij uitstek een toegepaste, niet-ideale theorie waarbij de politieke werkelijkheid een belangrijke rol speelt – een midden tussen politiek realisme en idealistisch pacifisme. De centrale begrippen, principes en regels zijn dynamisch; in de geschiedenis gevormd door de tijdsgeest en afgestemd op de politieke realiteit van de dag. In de vorige eeuw zijn veel van deze principes en regels gecodificeerd in internationale verdragen. Tegenwoordig is er een grote overlap tussen de morele theorie van de rechtvaardige oorlog en het oorlogsrecht.
Lezing 1 De theorie van de rechtvaardige oorlog: Principes en regels
In de eerste lezing worden de verschillende onderdelen van de theorie van de rechtvaardige oorlog besproken. Hierbij gaat het om drie onderscheiden sets van criteria die van toepassing zijn op de verschillende fasen van gewapend conflict. Het jus ad bellum (het recht van oorlog) bepaalt wanneer het gerechtvaardigd is een oorlog beginnen. Dat wordt vaak restrictief opgevat: alleen een zelfverdediging tegen militaire agressie is een rechtvaardige reden voor oorlog. In zeldzame gevallen kan een humanitaire interventie eveneens worden gerechtvaardigd. Het jus in bello (het recht in oorlog) bepaalt hoe militairen zich dienen te gedragen ten tijde van het conflict. Het gaat uit van de morele gelijkheid van combattanten; of ze nu vechten voor de agressor of de rechtvaardige partij, zij hebben dezelfde rechten en plichten en vormen legitieme doelen voor de tegenpartij. Het jus post bellum (het recht na oorlog) bepaalt ten slotte op welke manier een rechtvaardige vrede gerealiseerd kan worden. Over het algemeen wordt aangenomen dat de overwinnaar maatregelen mag nemen om toekomstige agressie te voorkomen, reparaties moeten toegebrachte schade en verliezen compenseren en misdadigers dienen te worden vervolgd en bestraft. Hoewel deze theorie een gezamenlijk begrippenkader biedt zijn er ook uitdagingen. Hierbij gaat het met name om mogelijke filosofische incoherentie (de revisionistische kritiek), misbruik van de theorie (moresfare) en het veranderde karakter van oorlogvoering. Deze laatste uitdaging staat centraal in de tweede lezing.
Lezing 2 Hedendaagse oorlogsvoering: Nieuwe uitdagingen en ethische dilemma’s
Zijn de regels en principes van de theorie van de rechtvaardige oorlog nog relevant voor de realiteit van moderne oorlogvoering? Het geopolitieke landschap verandert en het dreigingsbeeld wordt complexer door bijvoorbeeld een 360 graden dreiging (vanuit verschillende geografische regio’s), nieuwe actoren, hybride oorlogvoering en ingrijpende technologische ontwikkelingen op het slagveld. De oorlogen in Oekraïne en Gaza laten een combinatie zien van conventionele en hoogtechnologische oorlogvoering. Dit betekent dat de theorie van de rechtvaardige oorlog soms moeilijk toepasbaar lijkt. Daarnaast zorgen deze ontwikkelingen voor nieuwe ethische dilemma’s. In deze lezing worden drie meer specifieke ontwikkelingen behandeld. Ten eerste vindt oorlogvoering door het gebruik van onbemande systemen plaats op steeds grotere afstand. Dat heeft een impact op zowel het slagveld als op de militairen die deze systemen bedienen. Ten tweede kan het gebruik van data science en kunstmatige intelligentie militaire besluitvorming versnellen en accurater maken, maar tegelijkertijd beperkt het de menselijke autonomie. De meest prominente ethische dilemma’s komen voort uit de steeds grotere autonomie in wapensystemen en de mogelijkheden van decision support software waarmee doelwitten gegenereerd kunnen worden. Tot slot leidt het gebruik van ruimte- en digitale technologie tot nieuwe vragen over verantwoordelijkheid, de betekenis van ‘geweld’ en zelfverdediging en de betrokkenheid van burgers bij oorlogvoering.
Literatuur
• https://plato.stanford.edu/entries/war/
• Brian Orend, The Morality of War. Peterborough: Broadview Press, 2013
• Michael Walzer, Rechtvaardige en Onrechtvaardige Oorlogen: Een Ethische Beschouwing met Historische Illustraties. Amsterdam: Uitgeverij Atlas, 2006 (1977).
• Lonneke Peperkamp, Technology and the Civilianization of Warfare, Ethics & International Affairs, in press.
• http://opiniojuris.org/2023/12/19/inhuman-in-the-loop-ai-targeting-and-the-erosion-of-moral-restraint/
Personalia
Lonneke Peperkamp is hoogleraar Militaire Ethiek en Leiderschap aan de Nederlandse Defensieacademie in Breda en is verbonden aan Radboud Universiteit Nijmegen en King’s College Londen. Zij heeft een achtergrond in de rechtsgeleerdheid, wijsbegeerte en conflictstudies. Haar proefschrift schreef zij met een NWO ‘Toptalent’ subsidie onder begeleiding van prof. Thomas Mertens aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid van Radboud Universiteit Nijmegen. In de jaren daarna werkte zij als universitair docent Rechtsfilosofie aan de Radboud Universiteit, als visiting assistant professor Politics and Public Administration aan Hong Kong University, en ontving zij verschillende postdoctorale onderzoeksbeurzen voor projecten in Frankfurt (Goethe Universiteit), Florence (European University Institute) en Dublin (University College Dublin). Haar voornaamste onderzoeksinteresses liggen op het gebied van de theorie van de rechtvaardige oorlog, militaire ethiek, space security en nieuwe technologie. Haar meest recente publicaties zijn een edited volume Reflections on the Russia-Ukraine War (Leiden University Press, 2024) en Technology and the Civilianization of Warfare (Ethics & International Affairs, in press).